Regels van Bézique
Bézique, vaak ook als Bésigue geschreven, is een kaartspel dat zijn oorsprong vindt in het Frankrijk van de negentiende eeuw. Dit spel werd later ook elders in Europa populair. Het spel wordt traditioneel gespeeld met twee spelers en een dubbele piquet-set van 64 kaarten, waarbij de kaarten lager dan zeven zijn verwijderd. Het doel is om punten te verzamelen door zowel slagen te winnen als door speciale kaartcombinaties – zogenaamde melds of roemen – op tafel te leggen. Bekende combinaties zijn bijvoorbeeld een mariage of de iconische Bézique (schoppenvrouw en ruitenboer). De eerste speler die 1000 punten bereikt, wint de partij.
Officiële spelregels van Bézique downloaden →Uitleg over Bézique:

Geschiedenis van Bézique
Bézique, in Frankrijk bekend als Bésigue, ontstond in de 19e eeuw en groeide snel uit tot een populair gezelschapsspel in met name Parijs. Het spel is waarschijnlijk voortgekomen uit oudere Franse kaartspelen, zoals piquet, brisque en het Duitse binokel. Rond 1847 werden de eerste officiële regels gepubliceerd, waarna het spel zich verspreidde naar Engeland en later ook naar andere landen. In deze periode kende het spel zijn hoogtepunt en werd het gespeeld in salons en cafés, vaak met speciale puntentellers of markeerders. Bézique was zelfs geliefd bij bekende figuren zoals Winston Churchill. Door de complexiteit en het strategische karakter wordt het vaak vergeleken met pinochle, een verwante Amerikaanse variant. Hoewel de populariteit vanaf de 20e eeuw terugliep, blijft Bézique een klassieker en wordt het vandaag nog steeds gespeeld in verschillende landen, waaronder Frankrijk en Haïti.
Spelregels van Bézique
Bézique wordt gespeeld met twee piquetspellen van samen 64 kaarten (van 7 tot en met aas, zonder jokers en lage kaarten). De spelers nemen het tegen elkaar op. Het doel is om als eerste 1000 punten te behalen. Punten worden gescoord door slagen te winnen, combinaties neer te leggen en door speciale situaties tijdens het spel.
Eerste fase
Elke speler ontvangt 8 kaarten, meestal gedeeld in de volgorde 3-2-3. De volgende kaart wordt omgedraaid en bepaalt de troefkleur. Een 7 als troefkaart levert de deler direct 10 punten op. Tijdens de eerste fase hoeven spelers geen kleur te bekennen. De speler links van de deler speelt een kaart, waarna de tegenstander elke gewenste kaart mag bijleggen. De hoogste kaart van de gespeelde soort wint de slag, tenzij er een troef wordt gespeeld. Na elke slag neemt de winnaar een kaart van de stapel, daarna doet ook de verliezer dit. Alleen de winnaar mag een combinatie (roem) op tafel leggen.
Tweede fase
Wanneer de stapel leeg is, begint de tweede fase met de laatste 8 slagen. Beide spelers voegen hun eerder neergelegde kaarten terug bij de hand. Vanaf dit moment geldt de verplichting om kleur te bekennen en, indien mogelijk, te overtroeven. Roemen is nu niet meer toegestaan. De winnaar van de laatste slag ontvangt een bonus van 10 punten. Daarna tellen beide spelers hun “brisques”: elke aas en tien in gewonnen slagen is 10 punten waard.
Puntentelling
De puntentelling bij is hieronder weergegeven:
4 boeren (carré): 40 punten
4 vrouwen (carré): 60 punten
4 heren (carré): 80 punten
4 azen (carré): 100 punten
Mariage (heer + vrouw van dezelfde kleur): 20 punten
Mariage royal (heer + vrouw van troef): 40 punten
De “Bézique” (schoppenvrouw + ruitenboer): 40 punten
Dubbele Bézique (twee keer deze combinatie): 500 punten
Sequence (10, boer, vrouw, heer, aas van troef): 250 punten
Gedraaide troef 7 door de deler: 10 punten
Omwisselen van de troef 7: 10 punten
Uitspelen van troef 7: 10 punten
Laatste slag: 10 punten
Elke aas of tien in gewonnen slagen: 10 punten
Officiële spelregels van Bézique downloaden
Voor wie het spel tot in de kleinste details correct wil spelen, hebben we hier de officiële spelregels van Bézique weergegeven. Deze regels beschrijven niet alleen de basisopzet en de volgorde van het spelverloop, maar ook de nuances bij de puntentelling en de uitzonderingen die in sommige varianten gelden. Omdat er door de eeuwen heen verschillende versies van Bésigue zijn ontstaan, kan het nuttig zijn om deze gestandaardiseerde handleiding bij de hand te hebben. Zo worden misverstanden tijdens het spel vermeden en kan men terugvallen op een duidelijke basis wanneer er discussie ontstaat over bijvoorbeeld combinaties of het gebruik van de troefkaart.
Hoe speel je Bézique?
Bézique is een kaartspel dat op het eerste gezicht complex kan lijken, maar door de structuur en vaste spelronden snel overzichtelijk wordt. Het spel verloopt in twee fases: een eerste deel waarin spelers combinaties neerleggen en slagen verzamelen, en een tweede deel waarin de laatste acht slagen bepalend zijn.
De kaarten klaarmaken
Gebruik twee piquetspellen en verwijder alle kaarten lager dan zeven, zodat er 64 kaarten overblijven. Schud beide spellen samen en deel volgens het patroon 3-2-3 acht kaarten per speler. Leg de volgende kaart open op tafel om de troefkleur te bepalen en plaats de rest als trekstapel.
De eerste slagen spelen
De niet-deler speelt de eerste kaart en de ander legt er één bij. In deze fase hoeft men nog geen kleur te bekennen, waardoor er veel vrijheid in kaartkeuze bestaat. De hoogste kaart van de gevraagde soort wint, tenzij een troefkaart gespeeld wordt.
Combinaties neerleggen
Na het winnen van een slag mag de speler een combinatie op tafel leggen. Voorbeelden zijn een mariage, een carré of de klassieke Bézique (schoppenvrouw en ruitenboer). De punten van de combinatie worden direct genoteerd, waarna beide spelers een nieuwe kaart trekken.
De trekstapel afronden
Zodra de trekstapel opraakt, nemen beide spelers hun kaarten van tafel terug in de hand. De laatste kaart van de stapel gaat naar de winnaar van de voorgaande slag, terwijl de andere speler de openliggende troefkaart krijgt. Beide spelers hebben nu opnieuw acht kaarten in handen.
De tweede fase spelen
Vanaf dit moment geldt kleur bekennen als verplichting. Als dat niet mogelijk is, moet men troeven en indien mogelijk overtroeven. Pas daarna mag een willekeurige kaart worden afgelegd. In deze fase is roemen niet meer toegestaan en telt enkel het winnen van de laatste acht slagen.
Het spel afsluiten
Na de laatste slag worden de brisques, oftewel azen en tienen in gewonnen slagen, geteld. Elke aas en elke tien levert 10 punten op, net als de laatste slag zelf. De speler die als eerste het afgesproken aantal punten (meestal 1000) bereikt, wint de partij.
Soortgelijke spellen als Bézique
Bézique behoort tot de familie van trick-takingkaartspellen met een nadruk op combinaties, ook wel melding games genoemd. Een van de bekendste verwanten is Pinochle, dat vooral in de Verenigde Staten populair werd en vrijwel identieke combinaties en puntentellingen hanteert. Ook het Duitse Binokel vertoont grote gelijkenis. In Frankrijk wordt Bézique gezien als een afgeleide van het oudere spel piquet, dat de basis legde voor veel combinaties. Daarnaast bestaan er varianten zoals Rubicon Bézique en Chinese Bézique, waarbij meerdere kaartspellen tegelijk worden gebruikt en het aantal mogelijke punten aanzienlijk stijgt. Deze varianten waren vooral in de 19e eeuw geliefd in salons. Spelers die vertrouwd zijn met Pinochle of Binokel zullen de logica van Bézique snel herkennen.
Benodigdheden voor Bézique
Om Bézique te spelen, zijn slechts enkele materialen nodig, al kan men voor extra spelgemak bepaalde hulpmiddelen gebruiken. Het belangrijkste is een dubbel piquetspel van 64 kaarten, bestaande uit alle kaarten van zeven tot en met aas in tweevoud. Daarnaast is een scoremiddel noodzakelijk, zoals pen en papier om de punten bij te houden. In de negentiende eeuw werden hiervoor speciale markeerders of houten telapparaten gebruikt, die tegenwoordig soms nog als verzamelobject opduiken. Verder is een vlakke speeltafel aan te raden, zodat combinaties duidelijk kunnen worden neergelegd en zichtbaar blijven voor de tegenstander. Hoewel de regels complex lijken, zijn de fysieke benodigdheden dus eenvoudig, wat bijdroeg aan de brede verspreiding en blijvende populariteit van het spel.
Veelgestelde vragen over Bézique
Bézique roept bij nieuwe spelers vaak praktische vragen op, vooral omdat het spel verschillende fases kent en een uitgebreide puntentelling heeft. De regels kunnen intimiderend lijken, maar met wat oefening wordt het spel overzichtelijk en strategisch rijk. De FAQ hieronder biedt antwoord op de meest voorkomende vragen die opkomen bij het leren van dit klassieke kaartspel.
Hoeveel spelers kunnen meedoen?
Bézique wordt in principe door twee spelers gespeeld.
Met welke kaarten wordt gespeeld?
Er worden twee piquetspellen gebruikt met in totaal 64 kaarten (7 t/m aas).
Wat is het doel van het spel?
De eerste speler die 1000 punten behaalt, wint de partij.
Hoe wordt de troef bepaald?
De kaart na het delen wordt opengelegd en bepaalt de troefkleur.
Wat is een ‘Bézique’?
Dat is de combinatie van de schoppenvrouw en de ruitenboer, goed voor 40 punten.
Wat zijn brisques?
Brisques zijn azen en tienen in de gewonnen slagen, die elk 10 punten opleveren.
